Hindeloopen, juli 1653. Het Friese kuststadje bloeit als nooit tevoren. De plaats is niet groot, maar wel groots in de scheepvaart. Zo’n tachtig schippers varen deze zomer twee of drie keer via de Oostzee naar Scandinavië. Ze gaan heen met Hollandse producten, zoals jenever en wol, en keren terug met de mooiste sparren.
Dat de schepen noordelijk varen, heeft twee redenen. Eén: de bossen op het Europese vasteland zijn al kaalgekapt, maar voor de scheeps- en werfbouw in Nederland is nog veel meer hout nodig. Twee: inwoners van Hindeloopen zijn doopsgezind en dus tegen oorlog en geweld. Ze kiezen voor een route zonder piraterij.
Hindeloopers varen met fluitschepen, die de vorm van een druppel hebben. Ze zijn smal van boven en breed van onderen, waardoor het vrachtruim groot is. Kenmerkend zijn de laadpoortjes aan de achterkant: bomen kunnen hier doorheen makkelijk het ruim in, dat bovendien weinig tussenwanden heeft. Perfect voor lange stammen.
0
Winkelwagen
Uw winkelwagen is leeg