Vitrineverhaal 11 - Kleurrijk Hindeloopen
Hindeloopen, juli 1653. Het Friese kuststadje bloeit als nooit tevoren. De plaats is niet groot, maar wel groots in de scheepvaart. Zo’n tachtig schippers varen deze zomer twee of drie keer via de Oostzee naar Scandinavië. Ze gaan heen met Hollandse producten, zoals jenever en wol, en keren terug met de mooiste sparren.
Dat de schepen noordelijk varen, heeft twee redenen. Eén: de bossen op het Europese vasteland zijn al kaalgekapt, maar voor de scheeps- en werfbouw in Nederland is nog veel meer hout nodig. Twee: inwoners van Hindeloopen zijn doopsgezind en dus tegen oorlog en geweld. Ze kiezen voor een route zonder piraterij.
Hindeloopers varen met fluitschepen, die de vorm van een druppel hebben. Ze zijn smal van boven en breed van onderen, waardoor het vrachtruim groot is. Kenmerkend zijn de laadpoortjes aan de achterkant: bomen kunnen hier doorheen makkelijk het ruim in, dat bovendien weinig tussenwanden heeft. Perfect voor lange stammen.
Eikenhouten hakkebord
“Het fluitschip was niet alleen hét vrachtschip Hindeloopen, maar ook van Nederland”, aldus Bernhard Hilgers, directeur van Museum Hindeloopen. “Een groot voordeel was dat een kleine bemanning voldoende was. Er voeren ongeveer acht man mee. Later zijn er nog veel wrakken van fluitschepen gevonden in de Oostzee, zelfs in 2020 nog. Die waren duidelijk te herkennen aan het hakkebord dat hoorde bij de versierde spiegel: de platte achterzijde van het schip. De borden werden uit eikenhout gesneden, waardoor ze zelfs onder water lang intact blijven. Exemplaren uit Hindeloopen werden vaak versierd met Bijbelse taferelen.”
“Kapiteinshuizen waren niet alleen groot, maar hadden ook rijk gedecoreerde zondagskamers: de Hindelooper kamer”
Gouden tijden
De fluitschepen zorgden voor gouden tijden tijdens de Gouden Eeuw: Hindeloopen was welvarend. In de 17e en 18e eeuw werd die welvaart steeds beter zichtbaarder. Zeker bij de grootschippers, die in kapitale kapiteinshuizen woonden. “Die woningen waren niet alleen groot, maar hadden ook een rijk gedecoreerde zondagskamer: de Hindelooper kamer”, aldus Bernhard. “Hier had men een hele eigen manier van pronken. In Amsterdam zag je kamers met goud, kant en dure schilderijen, en de Hindelooper kamer stond bol van het ambacht. Denk aan wandtegels met Bijbelse spreuken en meubels waar veel noeste arbeid en Chinees porselein in zat.”
Lokale cultuur
Naast de scheepvaart en de Hindelooper kamer was er meer typisch aan de lokale cultuur. Ook de sierlijke Hindelooper schilderkunst, die eind 18e eeuw veel werd toegepast op meubels, interieur en gebruiksvoorwerpen, en de weelderige Hindelooper klederdracht bloeiden op. Bernhard: “En dan is er nog de unieke taal: het Hylpers. Omdat Hindeloopen in het puntigste puntje van Friesland ligt, bleef de taal lang zoals deze was. In andere streken veranderden dialecten door invloeden van buitenaf, maar hier niet. Sterker nog: meer dan de helft van de inwoners spreekt nog Hylpers. Dit is prachtig immaterieel erfgoed.”
“Zeven jaar geleden sprak 60 tot 65% van de inwoners nog Hylpers”
Vernieuwd museum
De scheepvaart, de Hindelooper kamer, klederdracht en schilderkunst, en de taal: samen maken ze de geschiedenis van het stadje bijzonder kleurrijk. Museum Hindeloopen houdt deze historie levend, wat ze tegenwoordig nóg beter kunnen. “We hebben onlangs het museum compleet vernieuwd, onder andere met prachtige nieuwe vitrines voor onze drie fluitschepen”, aldus Bernhard. “Bezoekers komen veel meer in de ‘bezoekmodus’. Benieuwd naar onze verbouwing? Lees dan verder!”
Achter elk object in een vitrine schuilt een bijzonder verhaal. Het pronkstuk heeft de ereplaats achter glas natuurlijk niet voor niets gekregen. We vertellen deze historische, spannende en meeslepende verhalen in de rubriek Vitrineverhaal.
Heeft u ook een Vitrineverhaal om van te smullen? Laat het ons weten via [email protected].